“
Wij vertellen de mensen niet dat ze moeten geloven maar lezen”, zei Fidel Castro in 1961. Op 9 april 1961 – tijdens de campagne om komaf te maken met het analfabetisme in Cuba – zei Fidel Castro:“Kennis is niet alleen een behoefte van het denken en de cultuur, maar ook een revolutionaire behoefte van elk volk om zijn geschiedenis te kennen en om de geschiedenis van de wereld te kennen. Onze mensen zullen over een onvergelijkbaar superieure kennis beschikken, kennis van de geschiedenis van hun land en van de wereld, en zij zullen ook kennis hebben van vele andere onderwerpen.
De socialistische staat moet boeken uitgeven, niet om geld te verdienen, maar ten bate van het volk. En het volk heeft niet alleen baat bij een bepaald soort literatuur, maar bij een grote verscheidenheid aan boeken en bij een uitgeversbeleid dat het volk toegang geeft tot de beste werken die zijn voortgekomen uit de intelligentie van de mens, of dat nu historisch, literair, politiek of anderszins is.
Lezen is niet alleen vermakelijk: we worden ook wijzer van lezen, hoewel we hiervoor aandachtig moeten lezen. We moeten niet alleen zaken lezen die erg vermakelijk zijn en vervolgens onwetend blijven over andere zaken.
We lezen veel, maar we moeten ons afvragen wát we lezen. We zouden ons ook kunnen afvragen hoe we gebruikmaken van televisie, een onderwerp dat altijd aan de orde komt op ieder congres of lerarenvergadering, en we zouden ons hier veel vragen bij kunnen stellen. Het onderwijs ontkomt niet aan sommige van deze problemen en we moeten onze inspanningen richten op de ontwikkeling van een volk, van een maatschappij met een hoog cultureel niveau en ook met een hoog wetenschappelijk niveau, een onderwijs dat een kwaliteitsvol leven mogelijk maakt, zowel in recreatief als in creatief opzicht.
Er zijn boeken die teksten bevatten die aandachtig moeten worden gelezen. Daarom moeten we de beste boeken verzamelen van de beste schrijvers, de revolutionaire schrijvers van Latijns-Amerika. Waarom? Zodat het Cubaanse volk alles leert wat er te leren valt over Latijns-Amerika. (…) Dit soort boeken laat ons kennismaken met al deze problemen, zodat de mensen weten wat er speelt … en de mensen het kunnen analyseren.
Dat is wat de Revolutie doet: ze legt boeken in de handen van de mensen, ze bevordert geen onwetendheid, want onwetendheid werd altijd bevorderd door de grote belangen. Waarom? Omdat onwetende mensen makkelijk te bedriegen zijn, makkelijk uit te buiten.”